|
[35] Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. Regelmatig word ik opgebeld door mensen zonder wettig verblijf. Ze wonen in De Panne, Koksijde, ook verder weg. Ze vragen geld om eten te kopen, om hun huur te betalen, om de school te betalen. Vaak gaan de minderjarige kinderen naar school. Onderwijs is een recht. Ook werken velen onder hen. Volgens het arbeidsrecht moet de werkgever voorzien in een rechtvaardig loon en in een ongevallenverzekering.
Wel hangt het zwaard van Damocles boven het hoofd van mensen zonder wettig verblijf : ze kunnen op ieder moment uit het land gezet worden. Van dag tot dag leven en terzelfdertijd een toekomst op lange termijn uitbouwen. Het is als dansen op een slappe koord. Er is een enorme solidariteit tussen mensen zonder wettig verblijf onderling. Wat doen wij ? We weten dat ook mensen met wettig verblijf het niet gemakkelijk kunnen hebben. Een alleenstaande moeder met kinderen heeft het ook als Belg niet makkelijk. Met 120.000 verblijven ze in België: mensen zonder wettig verblijf. Een aantal onder hen wonen hier reeds vijf tot tien jaar. En wij als christenen: zien we de situatie voldoende onder ogen ? Ontkennen we ze niet ? Zijn we voldoende solidair ? Welk woord klinkt van onze herders - de bisschoppen ? Of blijft het ook daar ijzig stil ? Verwijzen ze gewoonweg naar justitie zoals in andere dossiers ? We laten het woord van het evangelie midden deze soms uitzichtloze situatie vallen: Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen.
1 Comment
|
Categories
All
|
RSS Feed